Home

Permanente educatie

Permanente educatie diplomastelsel burgerzaken

De PE-regeling (PE = Permanente Educatie) houdt in dat binnen een periode van drie jaar de geldigheid van een behaalde diplomalijn weer met drie jaar kan worden verlengd door het behalen van het PE-examen. De kandidaat ontvangt als vervolg daarop het PE-certificaat van de betreffende diplomalijn met een geldigheid van drie jaar.

Een PE-examen is een examen over de kerntoetstermen van de modules waaruit de diplomalijn bestaat, exclusief de eventuele vaardigheidsmodules (V1/V2/S0). Voor de basis diplomalijnen 1, 2, 3 en 4 bestaat het PE-examen uit een theorie-examen. Voor de specialist diplomalijnen 5, 6 en 7 bestaat het PE-examen uit een theorie-examen en een praktijkopdracht. Voor de specialist diplomalijn 8 bestaat het PE-examen uit een praktijkopdracht.

Het is mogelijk om in het laatste half jaar van de driejaarsperiode al een PE-examen te doen, waarbij de nieuwe driejaarstermijn ingaat op het einde van de lopende driejaarsperiode. Een PE+-examen is bedoeld voor degene die hun PE en daarmee hun diploma hebben laten verlopen.

Een PE+-examen is een PE-examen plus de vaardigheidsmodules V1 en V2 (voor een basisdiplomalijn) of S0 voor een diplomalijn op specialistniveau

Grandfatherregeling diplomastelsel burgerzaken

Het kan zijn dat op basis van verkregen maar inmiddels verlopen behaalde examens (certificaten/diploma’s) en/of een brede werkervaring binnen Burgerzaken sprake is van veel relevante kennis, inzichten, vaardigheden en vakbekwame professionaliteit. Hiervoor is de Grandfatherregeling ontwikkeld.

De Grandfatherregeling gaat ervan uit dat een medewerker Burgerzaken zijn vakbekwaamheid op Diplomalijn 1: Basiskennis Burgerzaken wil aantonen om direct te kunnen starten met een opvolgende diplomalijn op NLQF niveau-4, namelijk direct met diplomalijn 2: Verblijf en adres, 3: Burgerlijke stand-Basis of 4: Basisregistratie personen-Basis. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het PE-examen over Diplomalijn 1. Dit is een groot theorie-examen over de kennismodules B1a, B2, B3 en B8.

Voorbeeld: Een ervaren medewerker Burgerzaken met een x-aantal jaren werkervaring en/of een x-aantal (verlopen) certificaten of (oud) diploma wil starten met Diplomalijn 4: Basisregistratie personen – Basis. Hiervoor is diplomalijn 1 als verplichte aantoonbare voorkennis vereist. In dat geval kan een verzoek worden ingediend bij de NVVB PublieksAcademie om een PE-examen af te leggen over diplomalijn 1, zodat de medewerker direct kan starten met diplomalijn 4, door opleidingen te gaan volgen en module-examens behorende tot die diplomalijn te gaan afleggen om tot een Diploma Basisregistratie personen-Basis te komen. Beschikt de medewerker niet over een volledig diploma óf PE-certificaat over diplomalijn 1, dan wordt geen diploma 4: Basisregistratie personen-Basis verstrekt. Dit geldt óók voor de diplomalijnen 2: Verblijf en adres en 3: Burgerlijke stand-Basis.

Belangrijk! Bedenk nog wel dat ook binnen de Grandfatherregeling geldt dat (her)certificering van het vaardigheidsgedeelte van de module B1a: Identiteit en identiteitsdocumenten (uit Diplomalijn 1) aan de orde is. Dus of 1) je volgt een B1a: Identiteit en identiteitsdocumenten vaardigheidstraining en behaald tijdens die training de vaardigheidsexamen foto-foto-vergelijking en echtheidskenmerken reisdocumenten OF wanneer je al een M1a-/B1a-certificaat hebt, hercertificeer je die wanneer hij (bijna) verloopt door het volgen van een B1a Actualiteitendag (en het theoriegedeelte van de B1a wordt voor beide opties vervolgens mee getoetst in het PE-examen over diplomalijn 1).